print deze pagina
Kritische bespreking van het voorontwerp van Stramien.  

(bekijk ook onze media pagina!) 

wat voorafging:
(links van Stad Turnhout online)

Grote Markt: Turnhout plant   download het voorontwerp van Stramien (pdf)
Nieuw plan voor de Grote Markt: Het salon van Turnhout   download de uitnodiging (30/03/2010) (pdf)
   
De uitgangspunten van het concept van Stramien worden geformuleerd op p. 6: onder de titel "analyse & ambitie" merkt men op dat er op de Turnhoutse markt "drie sferen: stadstuin, stadsplein & rand" te onderscheiden zijn. Als het gaat om een analyse van de huidige situatie, moet men echter niet spreken van een stadstuin, maar van een kerk met daarrond een kerkhof. Maar blijkbaar wil men geen analyse van de huidige situatie maken, maar formuleert men enkel en alleen een ambitie. In de hele PDF is dan ook slechts één plattegrond te vinden waar de huidige situatie getoond wordt in relatie tot datgene wat men tegen 2012 van de markt wil maken. Dat is op p. 33, waar men het heeft over de steegjes die uitgeven op de markt.

Wij zijn van oordeel dat bij een heraanleg van een ruimte zoals de markt, op de eerste plaats moet uitgegaan worden van een analyse van de huidige situatie. Wanneer dat niet gebeurt en men alleen uitgaat van de 'ambitie' die men heeft, verwoest men onoordeelkundig wat historisch gegroeid is. Zo is bv. het oudste Antwerpen grotendeels verwoest bij het rechttrekken van de Scheldekaaien in 1883 en een andere middeleeuwse stadswijk platgelegd om plaats te maken voor nieuwbouw in de jaren 1960. Zo heeft men in Turnhout in dezelfde jaren van barbarij het stadhuis afgebroken omdat het in de weg stond van het verkeer. Ieder bouwwerk en iedere heraanleg betekent natuurlijk een ingreep op wat historisch gegroeid is, maar een voorafgaandelijke analyse van de bestaande situatie is noodzakelijk om een dergelijke ingreep op verantwoorde wijze te kunnen uitvoeren. Alleen door een dergelijke analyse kan men ontdekken wat historisch waardevol is, voor toekomstige generaties op een of andere manier moet bewaard blijven en bijgevolg in het concept moet geïntegreerd worden.

Een echte analyse van de huidige situatie, die dus bij de heraanleg van de markt van Turnhout niet of onvoldoende is uitgevoerd, zou evident in het licht gesteld hebben dat er op - of beter: naast! - die markt de kerk en het kerkhof liggen. Een dergelijke analyse zou ook op de historische betekenis daarvan gewezen hebben: het huidige Turnhout is nu eenmaal gebouwd rond de as kasteel met warande - kerk met kerkhof - stadhuis (tegelijk laken- en vleeshalle) met markt (De Kok, Gids, I, p. 15; voor het oude stadhuis zie p. 157-160). Zoals praktisch overal elders het geval is, is ook de Turnhoutse Sint-Pieterskerk door de plaatselijke heer, i.c. de hertog van Brabant of een van diens voorgangers, gesticht. En een stadhuis kon er dan weer komen wanneer een heer aan de gemeenschap die zich rond zijn kasteel en zijn kerk gevestigd had vrijheidsrechten gaf; in het geval van Turnhout is dat gebeurd kort vóór of in 1212. Het oude stadhuis van Turnhout bevond zich op de markt tegenover de zuidelijke ingang van de kerk. Dit oude stadhuis is in 1960 afgebroken, "niet alleen architectonisch, doch ook historisch een onherstelbaar verlies" (De Kok, Gids, I, p. 15).

Omdat er geen echte analyse van de historisch gegroeide huidige situatie is gemaakt, staat het plan van Stramien in continuïteit met de barbarij van de jaren 1960, toen genadeloos heel wat 'monumenten' werden opgeofferd aan de vooruitgangsideologie. Men heeft immers op geen enkel moment nagedacht over de mogelijkheid om de thans nog bestaande kerkhofmuur als zijnde een monument van de grens tussen het domein van de kerk en dat van de stad, te integreren in de nieuwe plannen. Niet in de PDF die ik hier bespreek, maar in een PPP die getoond is op het overleg tussen de stad en het platform, heb ik een ontwerp van de zgn. stadstuin gezien waarin men het hekken zou hergebruiken op een andere plaats in de 'stadstuin' als afbakening van enkele bloemperken of groenpartijen. Ook ik zeg daarvan: als men het hekken op die manier wil hergebruiken is het beter om het helemaal weg te doen. Een goede analyse van de huidige situatie zou m.i. evenwel hebben kunnen leiden tot het inzicht dat het hekken of de kerkhofmuur voldoende belangrijk is om te bewaren en in het ontwerp voor de heraanleg van de markt te integreren door het te gebruiken om de historische betekenis van de site aan te geven. Dat zou dan betekenen dat men het hekken laat staan op de plaats waar het nu staat en die delen die men misschien toch noodgedwongen moet verwijderen hergebruikt op een andere plaats in de 'stadstuin' om de grens van de vroegere kerkelijke immuniteit, of zoals men gewoonlijk zegt, het kerkhof, aan te geven. Het is mogelijk dat men de historische betekenis van de site als immuniteit en kerkhof geen steekhoudend argument vindt om de muur als lidteken van de grens ervan te bewaren, maar zoiets kan men enkel vaststellen na een grondige analyse van de huidige situatie zoals die door de geschiedenis gevormd is geworden. Dan alleen kan men een weloverwogen beslissing nemen bepaalde 'monumenten' uit het verleden al dan niet te bewaren (zie over verschillende soorten monumenten: De Kok, Gids, I, p. 155-157; hier wordt 'monument' gebruikt in de betekenis C).

Nu wordt in de PDF op p. 61 vastgesteld: "Oude muur is niet te verwerken, mogelijk elders zinvol". Dergelijke vaststelling is echter een gevolg van het feit dat de uitgangspunten van het ontwerp geformuleerd zijn zonder dat een analyse is gemaakt van de huidige situatie en zonder dat men ook maar in het minst heeft rekening gehouden met de historische betekenis van de site.

In de PDF worden op p. 12-13, 19 en 25 de basisprincipes geformuleerd voor resp. de rand, het marktplein en de stadstuin. Op de reeds vermelde p. 33, wordt een basisprincipe geformuleerd i.v.m. de stegen; hierbij is niet duidelijk of men een principieel standpunt wil innemen voor een eventuele heraanleg van die stegen (en/of de toegang tot die stegen: zie p. 34-37) of die stegen wil gebruiken als een principe voor de heraanleg van de markt. Alleszins gebeurt dit met de doorgang naar Turnova: uit p. 19 blijkt dat de lijn van de Gasthuisstraat naar de doorgang naar Turnova fungeert als het fundamenteel principe voor de heraanleg van het marktplein. En wat meer is: dezelfde lijn is ook bepalend voor de heraanleg van het kerkhof, dat stadstuin wordt. Op p. 25 wordt als basisprincipe voor de stadstuin gesteld: "wandelstroken met zitranden aan weerszijden" en "ander materiaalgebruik t.o.v. plein". Over het principe dat aan de basis ligt van het bepalen van omvang en vorm van de stadstuin wordt daar niets gezegd, omdat dat eigenlijk al geïmpliceerd is in het op p. 19 geformuleerde principe voor het open marktplein. Hier wordt de opmerking gemaakt: "De oversteekbaarheid van de nieuwe markt moet groot zijn, ook naar het nieuwe stadsdeel" [= Turnova of de zgn. Brepolssite]. Daarom wordt het zuidoostelijk deel van het huidige kerkhof ingepalmd door het marktplein. Dit is meteen ook de reden waarom het hekken moet sneuvelen: het ligt immers voor een heel groot deel ten zuiden van de lijn van de Gasthuisstraat naar Turnova. Natuurlijk is het zo dat een deel van de markt ten noorden van de kerk, stadstuin wordt, zodat die ongeveer tweemaal zo groot zal zijn als het huidige kerkhof. Maar die stadstuin zal daardoor ook een heel andere vorm hebben en in niets meer herinneren aan de vroegere kerkelijke immuniteit en het kerkhof.

Wanneer Stramien bij de uitgangspunten en basisprincipes had rekening gehouden met de historisch bepaalde tweedeling van de site die heraangelegd wordt (de rand laten we buiten beschouwing), nl. kerkhof en marktplein, zou men tot een heel ander ontwerp gekomen zijn. Ik wil even de denkoefening doen om een nadere analyse te maken van de huidige situatie en op basis daarvan uitgangspunten voor een dergelijk ontwerp te formuleren. Op plattegronden en luchtfoto's van Turnhout kan men constateren dat de kerk in het huidige marktbeeld nog altijd het bepalend element vormt. De huidige - rechte! - kerkhofmuur loopt aan de zuidkant volledig parallel met de middellijn van de kerk en volgt dus de oriëntatie van de kerk van west naar oost (eigenlijk is dit een tautologie!). Bij Vorsterman ziet men dat de omheining rond het kerkhof toen weliswaar een meer ovale vorm had, maar dat de kerkhofmuur aan de zuidkant toch min of meer hetzelfde tracé volgt als thans (zie hierover een filmpje dat de evolutie van het stadsbeeld van de 17de eeuw tot thans laat zien). En wat meer is, evenzeer ziet men op dit 17de-eeuwse stadszicht dat de kerk de positie bepaalt van het oude stadhuis: rechttegenover het zuidportaal en dus parallel aan de kerk. En op p. 21 van de PDF van Stramien ziet men dat deze richting ook bepalend is voor de huidige marktopstelling; idem dito voor de opstelling van de kermis; op luchtfoto's ziet men dat deze richting overigens ook bepalend is voor het tracé van de parkeerplaatsen van de auto's op de markt. De Sint-Pieterskerk is dus tot op de dag van vandaag letterlijk richtinggevend voor het marktgebeuren. Wanneer men dit historisch bepaald gegeven belangrijk acht, dan moet men dit verdisconteren in een concept voor heraanleg van de markt, bv. door de thans nog bestaande kerkhofmuur te behouden. Dat zou dan evenwel als implicatie hebben dat in de PDF dia 23 toch (mits enkele minieme wijzigingen) praktisch identiek zou zijn aan dia 21 en dat op dia 24 twee afbeeldingen komen te staan die slechts miniem van elkaar verschillen.

Men zal hier natuurlijk opmerken dat het feit dat vroeger de Kerk de maatschappij domineerde (ik geloof dat dat nogal meeviel en dat de maatschappij alleszins wat tegenwerk bood, maar soit!) en dat dus in Turnhout het kerkgebouw bepalend was voor wat er gebeurde op de markt, geen reden kan zijn om thans de uiterlijke tekenen daarvan, dus allerlei monumenten zoals het hekken, op dezelfde plaats te behouden. Daar ben ik het volledig mee eens, en ik denk dat er misschien best esthetische redenen kunnen zijn om thans niet meer te werken met evenwijdige lijnen. Maar het stoort mij dat niet beter is nagedacht over de uitgangspunten en basisprincipes van de uiterst belangrijke ingreep in het stedelijk landschap die de heraanleg van de markt is. Stramien en de opdrachtgever zijn zich blijkbaar niet bewust van de cultuurhistorische betekenis van de nieuwe architectuur van de markt en het kerkhof.

Een nauwkeurige analyse van de huidige situatie leidt immers tot het inzicht dat het verdwijnen van het hekken een symbolisch zwaar geladen gebeurtenis is, die helemaal in de lijn ligt van de afbraak van het oude stadhuis in 1960. Toen moest dit gebouw wijken voor het danig toegenomen gemotoriseerd verkeer op de markt. Thans heeft men dit verkeer sterk beperkt, maar toch moet nu in het ontwerp van Stramien de oude kerkhofmuur wijken om een gelijkaardige reden: de oversteekbaarheid van de markt, ditmaal voor voetgangers (en fietsers?) die zich willen verplaatsen van het ene winkelcentrum naar het andere. Het is dus zoals in de jaren 1960 nog steeds de economie die dominerend is en leidt tot een ondoordachte afbraak van historische monumenten. De heraanleg van de markt gebeurt met het oog op 2012, wanneer Turnhout culturele hoofdstad van Vlaanderen is. In dat licht is het toch pijnlijk te moeten vaststellen dat bij die heraanleg cultuurhistorische argumenten het alweer zouden moeten afleggen tegen economische.

Zoals al uiteengezet is in het dossier van het platform 'Behoud het hekken', zijn er heel wat redenen zijn om juist in Turnhout zoveel mogelijk monumenten die herinneren aan het vroegere kerkhof te behouden (zie hierover een andere webpagina). Dat heeft te maken met de specifieke geschiedenis van Turnhout. Het belangrijkste historische feit dat zich in Turnhout heeft voorgedaan is de slag van 27 oktober 1789. Over de betekenis van die slag heb ik elders reeds geschreven (een artikel in het Jaarboek van de Provinciale Commissie; een column over de relatie Tilburg - Turnhout; een commentaar op een interview). De strijd van de Turnhoutse patriotten kan beschouwd worden als een strijd voor godsdienstvrijheid tegen een bepaalde vorm van verlichtingsfundamentalisme dat belichaamd werd door keizer-koster Jozef II en dat bv. tot uiting kwam in zijn wet op de kerkhoven van 1784 (hoewel die geenszins volledig negatief te beoordelen is; er stelde zich inderdaad een probleem van hygiëne bij het begraven in de kerk en op kerkhoven in dicht bebouwde locaties). In het licht van recente debatten over de aanwezigheid van religieuze symbolen in de publieke ruimte is de betekenis die een dergelijke strijd voor godsdienstvrijheid voor de huidige multiculturele samenleving kan hebben, duidelijk. In vele godsdienstwetenschappelijke studies (en ook in de boeken van Karen Armstrong bv.) wordt immers aangetoond dat het juist een dominante secularistische ideologie (het verlichtingsfundamentalisme) is die bij traditionele (en dus haast per definitie ietwat lauwe) gelovigen fundamentalisme veroorzaakt. In die zin vormen bv. niet zozeer gelovige migranten, maar veeleer hedendaagse keizers-kosters die ten strijde trekken tegen bv. een hoofddoek - en dus tegen de multiculturaliteit! - een probleem.

Men kan zich afvragen of een ontwerp voor heraanleg van de markt dat met de kerkhofmuur de herinnering aan het oude kerkhof doet verdwijnen niet te sterk getekend is door een - zoals hier aangetoond niet doordachte en economisch bepaalde - secularistische ideologie, die overigens in de ons omringende landen meer en meer als voorbijgestreefd beschouwd wordt. En evenzeer kan men zich afvragen of het niet uiterst zinvol zou zijn dat juist in de stad waarin de patriotten gestreden hebben voor godsdienstvrijheid, het kerkhof waarop althans nog één grafmonument staat, nl. dat van de gesneuvelde patriotten, herkenbaar bewaard blijft. Dit kan gebeuren door het hekken dat in de vorige eeuw door de stad daar gezet werd als monument van de oude kerkhofmuur, waarachter onze patriotten zich verschanst hadden in hun strijd tegen de keizer-koster, te behouden.